Wat is de relatie tussen de symptomen van de afasie en de grootte en locatie van de laesie?

Deze maand heeft de  werkgroep literatuur een onderzoek samengevat naar de relatie tussen symptomen van afasie, laesielocatie en laesiegrootte bij patiënten met een CVA in de linkerhemisfeer in de acute fase.

Døli H., Andersen Helland W., Hellan T., Specht K. (2020). Associations between lesion size, lesion location and aphasia in acute stroke. Aphasiology, doi.org/10.1080/02687038.2020.1727838

Achtergrond

Veel studies hebben de rol van laesiegrootte en laesielocatie bij patiënten met afasie onderzocht en er lijkt consensus te zijn dat de locatie van de laesie een grotere rol speelt dan de grootte van de laesie. De indeling van afasie varieert binnen verschillende onderzoeken en talen. Voorbeelden hiervan zijn indeling in vloeiende afasie vs. niet-vloeiende afasie, afasie van Broca vs. afasie van Wernicke etc. De verschillende afasiesyndromen hebben bepaalde kenmerkende symptomen, afhankelijk van de laesielocatie. Het primaire doel van onderhavig onderzoek is het onderzoeken van de relatie tussen symptomen van afasie, laesielocatie en laesiegrootte bij patiënten met een CVA in de linkerhemisfeer in de acute fase. We veronderstellen dat taalbegripsproblemen vooral voorkomen bij laesies in de temporaalkwab en taalproductieproblemen vooral voorkomen bij laesies in de frontaalkwab.

Methode

Dit onderzoek is onderdeel van twee grotere projecten, waar de patiënten uit werden geselecteerd. 42 patiënten werden geïncludeerd voor dit onderzoek. Alle patiënten hadden Noors als moedertaal. Afasie was gediagnosticeerd door de Norwegian Basic Aphasia Assessment (NBAA) binnen 7 dagen post-onset. De NBAA is een gestandaardiseerde Noorse test die ernst van afasie en type afasie onderzoekt. Alle patiënten ondergingen een MRI binnen 24 uur na de eerste CVA-verschijnselen. Er werd gebruik gemaakt van DWI-MRI, die onderscheid maakt tussen oude en nieuwe laesies.

Resultaten

Gemiddelde score op de NBAA was 130.7 (max: 215, min: 0, SD: 66.5, range: 0-217), waarbij een hoge score een milde afasie betekent en een lage score een ernstige afasie. Bij de prestaties van de patiënten als groep (N=42) op de subtest herhalen werd een verband gevonden met de frontaalkwab en bij de subtest benoemen werden de prestaties in verband gebracht met de frontaalkwab en de temporaalkwab.
Bij het verdelen van de patiënten in 2 groepen (groep A = patiënten met een goed auditief begrip, groep B = patiënten met een slecht auditief begrip), werd gevonden dat groep A significant beter scoorde op alle subtests van de NBAA in vergelijking met groep B. De patiënten uit groep A waren ook de patiënten met milde afasiesymptomen, waarbij de patiënten uit groep B de patiënten waren met meer ernstige afasiesymptomen.
De patiënten uit groep A hadden laesies in het inferieure deel van de frontaalkwab en het achterste deel van de temporaalkwab. De laesies van de patiënten uit groep B waren wijder verspreid en minder homogeen. De gemiddelde laesiegrootte van groep B was groter dan die van groep A. Er werd ook een verband gevonden tussen laesiegrootte en ernst van de afasie zoals getest middels de NBAA.
Bij groep A werd een verband gevonden tussen de prestaties op de subtesten herhalen, benoemen en hardop lezen en laesies in hele specifieke plekken in de frontaalkwab en temporaalkwab. Verrassend genoeg werd er geen significant verband gevonden tussen laesielocatie en de resultaten op dezelfde subtests bij patiënten in groep B.

Conclusie/discussie

In de acute fase heeft laesiegrootte een negatief effect op de ernst van de afasie. Dit komt overeen met bevindingen van andere onderzoeken die aantonen dat laesiegrootte ook een belangrijke factor is in het herstel van afasie. Bij de interpretatie van deze resultaten moet worden meegenomen dat ze afkomstig zijn uit de acute fase. Bij hetzelfde onderzoek in een later stadium zou de invloed van o.a. spontaan herstel meegenomen moeten worden
De resultaten geven aan dat patiënten met laesies in de frontaalkwab, de temporaalkwab en pariëtale gebieden in de linkerhemisfeer problemen hebben met meer dan alleen herhaling en hardop lezen. Dit sluit aan bij het idee dat taal een complex proces is waarbij meerdere hersengebieden betrokken zijn.  De bevinding dat bepaalde gebieden meer betrokken zijn bij taalbegrip en andere gebieden meer bij taalproductie, komt overeen met eerdere onderzoeken. Een ander interessant aspect is dat een ernstig verstoord taalbegrip veroorzaakt kan worden door laesies op verschillende plaatsen in het brein.

Klinische implicatie

Hoe categoriseer jij patiënten met een afasie? Volgens de klassieke subtypen, of op basis van welke fouten hij maakt?

maandag 15-06-2020

in categorie:

Geen reactie

Geef je reactie

Laatste reacties

Webshop

  • Bestel online voorlichting, spel- en oefenmaterialen, de Afasie Nieuwslezer, Top! 2Games, Top! Woordvinding en meer.

    Webshop

Als deelnemer heb je toegang tot

Steun Stichting AfasieNet
met een donatie