Ervaringen van logopedisten met het subjectief welbevinden van mensen met afasie

Deze maand heeft de werkgroep literatuur een artikel samengevat dat subjectief welbevinden van PMA onderzoekt vanuit het perspectief van de logopedist.

Van Ewijk, L., Bootsma, T.M.C., van Rijssen, M., ter Wal, N. (2021). Speech language therapists’ experiences with subjective well‐being in people with aphasia. International Journal of Language & Communication Disorders, 00(0), 1-14.  https://doi.org/10.1111/1460-6984.12596

Achtergrond/aanleiding

Afasie heeft een negatieve invloed op sociale participatie, emotionele gezondheid, psychologisch welbevinden en levensvoldoening. Er is de laatste jaren steeds meer aandacht voor de negatieve langetermijngevolgen van afasie na een beroerte. Als we kijken naar de effecten van ziekte op het leiden van een bevredigend leven dan komen begrippen als welbevinden, kwaliteit van leven (KvL) of gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (HRQL) naar voren. In de literatuur wordt het begrip welbevinden vaak nader gespecificeerd als emotioneel welbevinden, psychologisch welbevinden, mentaal welbevinden of subjectief welbevinden, waarbij de term subjectief welbevinden (SWB) regelmatig als synoniem optreedt voor ‘welbevinden’ in de breedste zin van het woord.
SWB is gedefinieerd als een overkoepelende term voor de mate van tevredenheid die mensen ervaren met betrekking tot hun leven, de gebeurtenissen die hen overkomen, lichaam en geest en de omstandigheden waarin ze leven.
In Nederland wordt de SAQOL-39NLg door logopedisten gebruikt om het gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven in kaart te brengen. Er is kritiek dat de SAQOL-39NLg sommige gebieden niet of onvoldoende in kaart brengt. De componenten die gemist worden lijken vooral te wijzen naar wat de literatuur definieert als SWB.

Deze exploratieve studie is opgezet om de kennis en het begrip te vergroten over hoe logopedisten inspelen op de behoeften en wensen van hun cliënten om een bevredigend leven te leiden na een beroerte en afasie. Deze studie geeft inzicht in wat SWB inhoudt vanuit het perspectief van de logopedist, de integratie van SWB in de klinische praktijk en de rol van de logopedist ten aanzien van SWB gedurende diagnose en behandeling.

Methode

Studiedesign:
In deze kwalitatieve studie is gekozen voor een beschrijvende, fenomenologische benadering, omdat er vooral interesse was in de perspectieven en ervaringen van logopedisten.

Participanten en wervingsprocedure:
Er is gekozen voor een gemakssteekproef waarbij 8 logopedisten zijn geïncludeerd die gedurende minimaal twee jaar met minimaal één PMA, per week hebben gewerkt. Deze logopedisten werkten in verschillende settings om te zorgen voor een diversiteit aan ervaringen met SWB.

Datacollectie:
Gegevens zijn verzameld via 1) individuele semigestructureerde interviews, 2) thematische analyse van de interviews, 3) een focusgroep sessie, en 4) een inhoudsanalyse van de focusgroep sessie.

Resultaten

De ervaringen van de logopedisten zijn beschreven aan de hand van vier thema’s;

1.     SWB is een veelzijdig concept en hangt af van cliënt specifieke factoren: pre morbide factoren, levensprioriteiten en tijd post-onset;

In beide focusgroepen beschrijven logopedisten SWB vanuit drie perspectieven:
–  Een concept weerspiegeld door persoonlijke factoren, zoals coping stijl, hoe mensen geluk ervaren en levenshouding;
–  Iemands perceptie van zichzelf in relatie tot anderen en positie in de samenleving;
–  Te kunnen doen wat je wil doen, wat afhankelijk is van factoren zoals financiële situatie en gezondheidstoestand.

2.     Logopedisten voelen zich meer verantwoordelijk voor het subjectief welbevinden van hun cliënten dan hun professie toestaat;

Logopedisten voelen zich verantwoordelijk om cliënten te helpen weer contact te leggen met hun sociale omgeving en om het sociale netwerk van de cliënt bij de behandeling te betrekken. Tevens wordt het belang van werken in een multidisciplinair team benoemd, omdat subjectief welbevinden een complex concept is dat in vele facetten van het leven voorkomt.

3.     Samenwerking tussen logopedisten en cliënten, omgeving van de cliënt en andere zorgprofessionals is nodig om SWB tijdens diagnose en behandeling aan te pakken;

De instrumenten die logopedisten gebruiken om SWB te meten, kunnen het welzijn van de cliënt onvoldoende in kaart brengen. Zij krijgen vooral inzicht door gesprekken te voeren met de cliënt en familie over het dagelijks leven van de cliënt. Daarnaast ervaren zij dat er geen duidelijke grens is tussen wat zij als logopedist kunnen bieden en vanaf waar de psycholoog bijvoorbeeld in beeld moet komen. Ook mist er regelmatig een indicatie om te worden opgenomen in een verpleeghuis of revalidatiecentrum, maar vertoont de cliënt wel meer problemen dan dat de logopedist als individu kan aanpakken. Het werken in een multidisciplinair team is nodig om volledig te kunnen richten op het welzijn van de cliënt.

4.     Verkeerde interpretaties zijn onvermijdelijk wanneer logopedisten of de omgeving van de cliënt het SWB van cliënten willen aanpakken.

Inzicht krijgen in het subjectief welbevinden bij cliënten met een ernstige afasie werd gezien als een barrière, omdat misinterpretaties vaak voorkomen tijdens deze gesprekken. Het kunnen inleven in de situatie van de cliënt, bijvoorbeeld doordat je dezelfde leeftijd hebt, maakt het gemakkelijker om te begrijpen wat het hebben van afasie voor de cliënt betekent. Aan de andere kant, iemand goed kennen werd ook als belemmering gezien. Het kan ervoor zorgen dat je denkt dat je de behoeften en wensen van de cliënt goed kent, zonder het goed uit te vragen aan de cliënt zelf.

Conclusie/discussie

Subjectief welbevinden is een complex en veelzijdig concept. Logopedisten voelen zich verantwoordelijk om tijdens de behandeling van mensen met afasie zich ook te richten op SWB. De logopedisten zijn van mening dat alle genoemde dimensies waaruit SWB bestaat op een complexe manier met elkaar verband houden, waardoor zij een beperkt begrip van SWB hebben en beperkte invloed op het SWB van cliënten ervaren. Een multidisciplinair team zorgt ervoor dat je een completer beeld van het subjectief welbevinden van de cliënt krijgt.

Implicaties voor de praktijk

Deze studie benadrukt het belang om subjectief welbevinden als een belangrijk onderdeel te zien van logopedische behandeling bij mensen met afasie. Het benadrukt de noodzaak om in multidisciplinaire teams te werken als het gaat om afasiezorg, vanwege de mogelijkheden om het welzijn van de cliënt goed vast te kunnen leggen en vanwege de gedeelde verantwoordelijkheid. Dit lijkt steeds belangrijker te worden, als je kijkt naar de ambitie van de Nederlandse overheid om steeds meer te richten op de eerstelijnszorg.

vrijdag 30-04-2021

in categorie:

Geen reactie

Geef je reactie

Laatste reacties

Webshop

  • Bestel online voorlichting, spel- en oefenmaterialen, de Afasie Nieuwslezer, Top! 2Games, Top! Woordvinding en meer.

    Webshop

Als deelnemer heb je toegang tot

Steun Stichting AfasieNet
met een donatie