Dit evenement wordt normaliter in Groningen gehouden, maar vond dit jaar plaats aan de Universiteit Antwerpen, als eerbetoon aan Peter Mariën, die in 2017 is overleden. Peter Mariën was een gerenommeerd onderzoeker op het gebied van neurologische spraak- en taalstoornissen.
Presentaties
De eerste presentatie werd verzorgd door Marina Ruiter. Zij vertelde over SimpTell, een web-based therapieprogramma voor personen met chronische Broca afasie om het spreken in telegramstijl te oefenen. Dit programma is gebaseerd op de nieuwste inzichten over de relatie tussen executieve controle en compensatoire taalproductie. Het programma is vrij beschikbaar via https://simptell.nl.
Nathaniel Lartey uit Ghana vertelde over zijn onderzoek naar afasie in zijn moedertaal Akan. Het Akan is een toontaal, waarbij variatie in toonhoogte gebruikt wordt voor zowel lexicale als grammaticale aanduidingen. Het biedt daarmee een unieke mogelijkheid om de productie van pronominale resumptie bij agrammatische sprekers te onderzoeken.
Djaina Satoer vertelde over het onderzoek dat zij gaat uitvoeren naar de rol van het cerebellum bij linguïstische voorspelbaarheid en inhibitie. Het cerebellum speelt niet enkel een rol bij sensomotorische controle en het “voorspellen” van bewegingen, maar ook bij cognitieve functies, zoals executief functioneren en taal. Djaina zal haar onderzoek uitvoeren bij personen met een cerebellaire beroerte.
Marieke Blom presenteerde de resultaten van haar onderzoek naar de relatie tussen structurele plasticiteit en herstel van benoemen bij PMA in de subacute fase na een beroerte. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat er een relatie is tussen microstructurele veranderingen in de inferieure longitudinale fasciculus in de rechterhemisfeer en herstel van benoemen.
Lisa Paesen en Catherine Meulemans vertelden over hun onderzoek naar achteruitgang in taal bij de ziekte van Alzheimer. Hun doel is om een online screeningsinstrument te ontwerpen om talige achteruitgang bij dementie te kunnen opsporen door analyse van getypte teksten en zinsproductietaken.
Yulia Akinina vertelde over de ontwikkeling van de Token Test app. De verkorte versie van de Token Test is geschikt gemaakt voor de tablet en de psychometrische eigenschappen zijn onderzocht. De eTT komt binnenkort beschikbaar in Google Play en in de App store.
Saskia Mooijman vertelde over haar promotieonderzoek naar de rol van executieve functies in het herstel van afasie bij tweetaligen. Uit eerder onderzoek is gebleken dat tweetalige personen betere executieve functies hebben, doordat tijdens het spreken de andere taal onderdrukt dient te worden. Saskia gaat onderzoek doen of tweetalige PMA betere executieve functies hebben dan PMA die ééntalig zijn en –daaraan gerelateerd– of tweetalige PMA een beter herstel van de functionele taalvaardigheid laten zien.
Stefanie Keulen vertelde over haar functionele MRI onderzoek naar het Foreign Accent Syndroom (FAS) en spraakapraxie. Personen met FAS spreken met een accent dat afwijkt van wat gebruikelijk is in de moedertaal. Verondersteld wordt dat FAS geen op zichzelf staand fenomeen is, maar een subtype van spraakapraxie of van atactische dysarthrie. Mogelijk is FAS een uiting van een goede compensatie van spraakapraxie.
Svetlana Averina presenteerde de eerste resultaten van haar onderzoek naar de onderliggende neurale mechanismen bij therapie-gerelateerd herstel in het spontane spreken van personen met chronische afasie. Zij vond een relatie tussen toename in zinslengte en microstructurele veranderingen in de frontale aslant baan in de linkerhemisfeer.
Net als Nathaniel Lartey heeft ook Frank Tsiwah onderzoek gedaan bij agrammatische sprekers van het Akan. Bij agrammatische afasie is van alle werkwoordstijden de verleden tijd het meest aangedaan. Doordat in het Akan de verleden tijd wordt aangeduid door een verandering in toonhoogte, maakt dit het mogelijk te onderzoeken of de problemen met de verleden tijdsvorm te maken hebben met de vervoeging of met de verwijzing naar de verleden tijd.
Annie Ohlerth gebruikt nagivated Transcranial Magnetic Stimulation (nTMS) om bij gezonde volwassenen vast te stellen welke hersengebieden betrokken zijn bij het benoemen van objecten en welke bij het benoemen van acties. nTMS over de linker- en ook over de rechterhemisfeer bleek te leiden tot verstoringen in het benoemen van objecten en in het benoemen van acties. Het benoemen van acties is gemakkelijker te verstoren dan het benoemen van objecten. Het uiteindelijke doel is om nTMS te kunnen gebruiken in de klinische praktijk ter voorbereiding op hersenoperaties bij mensen met een hersentumor.
Vítoria Piai vertelde over onderzoek dat zij met behulp van magnetoencefalografie gedaan heeft bij mensen met een hersentumor. Als taaltaak gebruikte zij het benoemen van een afbeelding, waarbij verschillende afleiders gebruikt werden. Ook uit deze studie kwam naar voren dat de rechterhemisfeer een rol lijkt te spelen bij de verwerking van taal.
Joanna Sierpowska doet ook onderzoek in het kader van hersenchirurgie, waarbij zij zich met name richt op de rol van de zenuwbanen in taalverwerking. Uit haar onderzoek bleek het belang van de ventrale gebieden in de linkerhemisfeer. Daarnaast bleek uit haar onderzoek dat het tijdens tumorresectie van belang is om de frontale aslant baan te sparen. De middelste inferieure frontale gyrus blijkt een belangrijke rol te spelen bij het switchen tussen talen.
Femke Nouwens presenteerde haar validatiestudie van het SPEAK model, dat gebruikt kan worden om in de eerste week na de beroerte de uitkomst van afasie op 1 jaar te kunnen voorspellen. Uit haar onderzoek bleek dat het SPEAK model goed onderscheid kan maken tussen PMA met een goede of een minder goede uitkomst, maar dat de kans op een goede uitkomst wordt overschat. Mogelijk wordt deze overschatting verklaard, doordat voor de validatie de data van de deelnemers aan de RATS-3 studie gebruikt zijn, waarbij de afasie-uitkomst op 6 maanden post onset is vastgesteld.
Hierop is het SPEAK model aangepast, zodat er nu een predictiemodel is voor de uitkomst op 1 jaar (SPEAK-12) en een predictiemodel voor de uitkomst op 6 maanden (SPEAK-6).
Kim de Keyser vertelde over de toegevoegde waarde van EEG voor wakkere hersenchirurgie. Uit haar onderzoek blijkt dat EEG gebruikt kan worden om verstoringen in de fonologische verwerking aan te tonen die niet uit gedragsmatige taaltesten naar voren komen. Accurate preoperatieve diagnostiek van fonologische verwerkingsstoornissen is van belang, omdat fonologische verwerking een eerste en belangrijke fase in auditief taalbegrip is.
Peter Mariën
Op vrijdag na de lunch sloten de familie en naaste collega’s van Peter Mariën aan bij de Afasie Jongeren Dagen. In de presentaties die Jo Verhoeven en Evy Visch daarna verzorgden, werd op persoonlijke wijze stilgestaan bij het leven en werken van Peter Mariën.
Jo Verhoeven memoreerde aan de grote impact van het werk van Peter Mariën. Peter Mariën was de eerste die veronderstelde dat letsel aan het cerebellum taalstoornissen tot gevolg kan hebben, een theorie die inmiddels bewezen wordt geacht. Ook heeft hij –samen met Stefanie Keulen en Jo Verhoeven- onderzoek gedaan naar FAS, en begin 2019 nog is er een review over de neurologische aspecten van FAS gepubliceerd, waarop Peter Mariën één van de coauteurs was. Een ander interessegebied van Peter betrof de asymmetrie die optreedt in de articulatie tijdens spraakproductie, waarvoor hij diverse onderzoeksideeën had.
Evy Visch schetste haar samenwerking met Peter aan de hand van hun mailwisseling. Zo hebben Peter en Evy samengewerkt in een onderzoek naar het verschil in effectiviteit van Constraint-Induced Aphasia Therapy versus semantische training met behulp van BOX bij personen met vloeiende afasie in de chronische fase. Daarnaast was Peter mede-ontwikkelaar van de Dutch Linguistic Intra-operative Protocol (DuLIP), een linguïstisch onderzoeksprotocol voor wakkere hersenchirurgie, en was hij betrokken bij de Nederlandstalige bewerking van de Comprehensive Aphasia Test.
Kortom, de Afasie Jongeren Dagen boden een zeer gevarieerd programma, met speciale aandacht voor de imposante bijdrage die Peter Mariën heeft geleverd aan het vakgebied van de neurologische spraak- en taalstoornissen.