Boekrecensie: ‘Infarct (een verhaal over vriendschap, leven en herstel)’ van Viggo Waas & Peter Heerschop

Hannelore van der Velden las het onlangs verschenen boek ‘Infarct (een verhaal over vriendschap, leven en herstel)’ van Viggo Waas & Peter Heerschop. Ze schreef voor AfasieNet een recensie.

Viggo Waas is cabaretier. Bekend van het t.v.-programma ‘Kopspijkers’ (waarin hij altijd een goede Johan Cruyff-imitator was), van de cabaretgroep NUHR (Niet Uit Het Raam), en van zijn optredens met Peter Heerschop, zijn beste vriend. Samen werkten Viggo en Peter aan hun nieuwe voorstelling ‘Er gaat nog iets heel moois gebeuren’, tot Viggo in maart 2021 een ernstige hersenbloeding kreeg. Over deze ingrijpende gebeurtenis schreven Viggo en Peter samen het boek ‘Infarct. Een verhaal over vriendschap, leven en herstel’. Ik, als liefhebber van wat deze twee heren op de planken brengen, wilde het boek graag lezen.

Twee vertellers

In het boek ‘Infarct’ zijn er twee vertellers: Viggo zelf en Peter. Het is boeiend om dezelfde gebeurtenis vanuit deze twee perspectieven te lezen. Waar Viggo letterlijk in de overleefstand schiet, overheerst bij Peter en andere naasten aanvankelijk verslagenheid. Peter en de andere naasten wachten op elk klein teken van verbetering tijdens de ziekenhuisopname en nemen daarbij de buitenkant waar: Viggo weer bij bewustzijn, Viggo’s stem, zijn (aangedane) spraak, zijn voorzichtige bewegingen. En zelfs de oplettende lezer kan merken dat de zinnen in Viggo’s verhaal steeds ietsjes langer en complexer worden. Viggo beschrijft de binnenkant van het herstelproces: de vermoeidheid, de gevoeligheid voor al het omgevingsgeluid, de frustratie om het wel begrijpen, maar nog niet (verstaanbaar) kunnen spreken*.

Intermezzo's

In enkele hoofdstukken staan intermezzo’s met theaterteksten van Viggo en Peter samen. Deze zijn soms goed raak, en een mooie aanvulling in het boek.

Ik blijf maar branden

Ik schreeuw zonder geluid

En ik blus de ergste vlammen

Met mijn tranen langzaam uit

(Fragment uit: Ik mis me zo, uit de voorstelling Er gaat nog iets heel moois gebeuren)

Vriendschap

De innige vriendschap tussen Viggo en Peter speelt een belangrijke rol in dit boek. De lezer mag van deze vriendschap getuigen, omdat alles zo openhartig is opgeschreven. Peter laat alles uit zijn handen vallen op het moment dat hij het telefoontje krijgt dat Viggo onwel werd en naar het AMC is gebracht en zorgt in die eerste weken dat hij bij hem in de buurt blijft. Naarmate het beter gaat met Viggo beschrijft Peter ook het ‘loslaten’ en de moeite die hem dat soms kost. In het begin nog in het klein (een dagje niet op bezoek gaan), later ook met de grotere thema’s (bv. ‘Laat ik Viggo weer mee optreden, ook al weet ik dat hij nog moeite heeft met vlot spreken?’). Viggo schrijft over de onvoorwaardelijke steun  die hij krijgt van Peter, en hoe humor hen beiden helpt om met de situatie om te gaan. Die luchtigheid hebben ze hard nodig en zit óók in het boek. Tussen de regels door wordt duidelijk dat het schrijven van het boek óók een therapeutische functie heeft gehad: Viggo en Peter konden niet optreden, maar wél samen dit boek schrijven, een tijdje na de hersenbloeding. Het werd revalidatiemateriaal, een project voor een gezamenlijk doel, maar ook een manier om alles samen te verwerken en een plekje te geven.

Veel vragen

Omdat Viggo en Peter voortvarend met het boek zijn gestart, is de tijd sinds de hersenbloeding nog relatief kort. En dat is merkbaar aan het einde van het boek: er zijn al antwoorden gevonden, maar nog veel meer vragen over de ‘nieuwe Viggo’. Welke veranderingen bij Viggo komen door het letsel? En welke door wat hij heeft meegemaakt? En zijn die veranderingen dan blijvend? Wat nou als die ‘nieuwe Viggo’ gewoon weer helemaal de oude wordt? En zo draait het einde van het boek een beetje in kringetjes rond. Dat levert soms een herhaling van zetten op, maar ik realiseerde me dat dat de realiteit misschien best goed weerspiegelt: nog lange tijd na het hersenletsel heen en weer geslingerd worden tussen vrees en hoop over belangrijke details van het leven. En nog vol zitten met vragen. Want zo lang geleden was die hersenbloeding nou ook weer niet, toen ze dit boek schreven: één jaar nog maar. Van sommige mensen met hersenletsel hoor ik terug dat ze pas na zeven of acht jaar pas vrede hebben met hun ‘nieuwe identiteit’. Wie weet kunnen de heren er te zijner tijd een voorstelling over maken? (Ik kijk er naar uit!) Toch overheerst aan het einde van het boek de hoop, en het blijven vieren van kleine stapjes vooruit, hoe onbelangrijk ze ook lijken. Dit levert een hoopvol slot op: er gaat nog iets heel moois gebeuren! Niet in de laatste plaats door het doorzettingsvermogen van Viggo Waas, dat van het boek af spat tot de laatste pagina. Chapeau!

 

*Viggo Waas had na zijn hersenbloeding geen afasie, maar wel dysartrie. De taal is daarbij intact, maar de spraakmotoriek zelf is daarbij aangedaan. Daarom kon Viggo al vrij snel goed begrijpen wat zijn naasten zeiden, als hij alert en helder was.

maandag 24-04-2023

in categorie:

Geen reactie

Geef je reactie

Laatste reacties

Webshop

  • Bestel online voorlichting, spel- en oefenmaterialen, de Afasie Nieuwslezer, Top! 2Games, Top! Woordvinding en meer.

    Webshop

Als deelnemer heb je toegang tot

Steun Stichting AfasieNet
met een donatie