Taal en EEG karakteristieken bij patiënten met een hersentumor

Volledige titel: Taal en EEG karakteristieken bij patiënten met een hersentumor: Kunnen we het taalvermogen na de operatie voorspellen?

Onderzoeker: Nienke Wolthuis

 

Acroniem PLOTS: Predicting Language Outcome after brain Tumour Surgery
Soort onderzoek Promotie onderzoek
Begeleiders/promotoren Roelien Bastiaanse, Djaina Satoer, Ingeborg Bosma en Perumpillichira J. Cherian
Instelling Rijksuniversiteit Groningen (in samenwerking met het UMCG en het Erasmus MC)
Financiering Rijksuniversiteit Groningen & Stichting Afasie Nederland
Beoogde einddatum 15-9-2019

Doel

Een hersentumor kan taalproblemen veroorzaken, die na de operatie niet altijd hersteld zijn. Deze studie onderzoekt het taalvermogen bij patiënten met een hersentumor, voor en na de operatie. Dit wordt gerelateerd aan eigenschappen van de hersenactiviteit (trage activiteit en functionele netwerkeigenschappen), gemeten met elektro-encefalografie (EEG). We verwachten dat eigenschappen van de hersenactiviteit vóór de operatie, het taalvermogen ná de operatie kunnen voorspellen. Hiermee kunnen we patiënten in de toekomst beter informeren en mogelijk de operatieprocedure verbeteren.

Belangrijkste inclusiecriteria:

Patiëntgroep 1:
– diagnose van een verondersteld laaggradig glioom (tumor die ontstaat vanuit het hersenweefsel)
– locatie in de taaldominante hemisfeer
– tumor is onbehandeld en staat gepland voor een wakkere hersenoperatie
– tussen de 18 en 75 jaar

Patiëntgroep 2:
– diagnose van een laaggradig meningeoom (tumor die ontstaat vanuit het hersenvlies)
– locatie in de linker hemisfeer en rechtshandig
– tumor is onbehandeld en staat gepland voor een hersenoperatie
– tussen de 18 en 75 jaar

Controlegroep:
– tussen de 18 en 75 jaar

Belangrijkste exclusiecriteria:
Voor alle 3 groepen:
– geen moedertaalspreker van het Nederlands of onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal
– eerdere hersenoperatie of radiotherapie
– voorgeschiedenis met een medische, neurologische of psychiatrische aandoening die invloed heeft op taal of cognitie
– het gebruik van medicatie die het EEG, de taal of de cognitie kunnen beïnvloeden (met uitzondering van anti-epileptica)

Taken

De patiëntgroepen krijgen vóór de operatie:

– een EEG registratie (meting van de hersenactiviteit, die bij veel hersentumorpatiënten standaard al gedaan wordt, vanwege verdenking op epileptische aanvallen)

– een neurolinguïstisch onderzoek en vragenlijsten

Ná de operatie worden het neurolinguïstische onderzoek en de vragenlijsten twee keer herhaald: rond 2 maanden en 1 jaar post-operatief.

De controlegroep krijgt eenmalig een EEG registratie, een interview voor de ‘spontane taal’ en een vragenlijst.

Uitkomstmaten

– Het talig functioneren van patiënten met een laaggradig glioom of meningeoom voor de operatie, kort na en op lange termijn na de operatie.

– De relatie tussen het talig functioneren en rust-EEG karakteristieken bij hersentumorpatiënten.

– Pre-operatieve EEG karakteristieken die de taaluitkomst na de operatie voorspellen.

Steekproefgrootte

30 patiënten met een glioom, 30 patiënten met een meningeoom en 30 volwassenen zonder hersenbeschadiging

Contact

Nienke Wolthuis: n.wolthuis@rug.nl

groningen

Webshop

  • Bestel online voorlichting, spel- en oefenmaterialen, de Afasie Nieuwslezer, Top! 2Games, Top! Woordvinding en meer.

    Webshop

Als deelnemer heb je toegang tot

Steun Stichting AfasieNet
met een donatie