Spraakapraxie diagnosticeren met EEG

Onderzoeker: Jakolien den Hollander

Acroniem Diagnosing AoS by using EEG
Begeleiders/Promotoren Roelien Bastiaanse, Roel Jonkers, Marina Laganaro, Audrey Bürki en Jaap van der Spek
Instelling Rijksuniversiteit Groningen, de universiteiten van Potsdam (Duitsland), Genève (Zwitserland), Trento (Italië), Newcastle (Verenigd Koninkrijk) en Macquarie universiteit in Sydney (Australië), UMCG Centrum voor Revalidatie Beatrixoord in Haren, Revalidatie Friesland in Beetsterzwaag, Roessingh Centrum voor Revalidatie in Enschede
Financiering Erasmus Mundus Joint Doctorate (EMJD) Fellowship – International Doctorate for Experimental Approaches to Language and Brain (IDEALAB)
Beoogde einddatum 31-08-2018

Doel

Spraakapraxie is een aandoening in de spraakmotoriek die door een beschadiging in de linker hersenhelft veroorzaakt wordt. Het is onduidelijk welk onderliggende spraakproductieproces verstoord is bij patiënten met spraakapraxie. Het is ons doel om dit proces te vinden. Veel symptomen die voorkomen in spraakapraxie komen ook voor bij afasie, een neurogene taalstoornis, en dysartrie, een neurogene spraakstoornis die de articulatie aantast. Spraakapraxie komt vaak in combinatie met afasie en dysartrie voor. Pure gevallen van spraakapraxie zijn zeldzaam; de meeste patiënten hebben tenmiste spraakapraxie en afasie. Dat maakt de diagnose en de behandeling van spraakapraxie moeilijk. Spraakapraxie kan gediagnosticeerd worden met het Diagnostisch Instrument voor Apraxie van de Spraak (DIAS) van Judith Feiken en Roel Jonkers (2012). Na de diagnose met dit instrument weten we echter nog niet waar precies in het proces van spreken het probleem ligt. Elektrofysiologische methoden, zoals elektro-encefalografie (EEG) en elektromyografie (EMG) zouden ons kunnen helpen om de onderliggende stoornis te vinden. Daarom volgen we het proces van spreken in de hersenen met elektroden die op het hoofd van de deelnemer geplaatst worden (EEG). Verder onderzoeken we wanneer de deelnemer begint te spreken met elektroden die rond de mond en op de hals van de deelnemer geplaatst worden (EMG). Wij vergelijken de spraakproductieprocessen in personen met zowel spraakapraxie als afasie met spraakproductieprocessen in personen zonder neurologische aandoening. Ook zullen we de spraakproductieprocessen in personen met pure afasie en in personen met dysartrie onderzoeken, zodat we het verstoorde spraakproductieproces kunnen vinden dat spraakapraxie van afasie en dysartrie onderscheidt

Inclusiecriteria

Alle deelnemers aan het onderzoek zijn tussen de 40 en 65 jaar oud, moedertaalsprekers van het Nederlands en rechtshandig. Deelnemers moeten goed kunnen zien en horen, eventueel met behulp van een bril of een gehoorapparaat. Deelnemers mogen geen metalen plaatjes, clipjes of draadjes in hun hoofd, geen elektrische stimulator in hun lichaam en geen epilepsie hebben. Ook mogen ze geen medicijnen gebruiken die de hersenactiviteit beïnvloeden.

  • De patiënten zijn gediagnosticeerd met gestandaardiseerde testen: het DIAS voor de diagnose van spraakapraxie; het NDO-V of het Radboud Dysartrieonderzoek voor de diagnose van dysartrie; de AAT of de CAT-NL voor de diagnose van afasie.
  • De diagnose heeft niet langer dan 3 maanden geleden plaatsgevonden.
  • De patiënten bevinden zich in de subacute fase en zijn dus tenminste 2 maanden post onset.
  • De afasiepatiënten maken fonologische fouten in spontane taal, naspreken en lezen.

Steekproef: 15 personen met spraakapraxie en afasie; 15 personen met pure afasie; 15 personen met dysartrie; 30 personen zonder neurologische aandoening

Taken

Alle deelnemers voeren vier taken uit:

  • Twee taken waarin afbeeldingen benoemd worden;
  • Een taak waarin niet bestaande woorden nagesproken worden;
  • Een taak waarin niet bestaande woorden voorgelezen worden.
  • Deze taken worden mogelijk over twee sessies verdeeld, die kort na elkaar plaatsvinden.

 

Uitkomstmaten

  • De identificatie van het spraakproductieproces dat verstoord is in personen met spraakapraxie.
  • Een beschrijving van de verschillen tussen het spraakproductieproces van personen met spraakapraxie en van personen met afasie.
  • Een beschrijving van de verschillen tussen het spraakproductieproces van personen met spraakapraxie en van personen met dysartrie.
  • Een protocol voor de diagnose van spraakapraxie met behulp van EEG en EMG.

Meer weten?

Ga naar de website van de onderzoekers

idealab

Webshop

  • Bestel online voorlichting, spel- en oefenmaterialen, de Afasie Nieuwslezer, Top! 2Games, Top! Woordvinding en meer.

    Webshop

Als deelnemer heb je toegang tot

Steun Stichting AfasieNet
met een donatie