Beter aansluiten bij de persoon met afasie
Om de behandeling van personen met afasie beter af te stemmen op hun persoonlijke kenmerken, mogelijkheden en wensen, is het belangrijk inzicht te krijgen in hoe iemand communiceerde voordat de afasie ontstond. Bijvoorbeeld:
- Was iemand spraakzaam?
- Wat was iemands spreektempo?
- Gebruikte iemand lichaamstaal of gezichtsuitdrukkingen?
Vertaling en bewerking
Het oorspronkelijke meetinstrument is ontwikkeld voor afname bij naasten van personen met afasie. Naasten zijn bij uitstek geschikt om (veranderingen in) iemands manier van communiceren te beschrijven, omdat zij de persoon met afasie doorgaans al kenden vóór het ontstaan van de aandoening.
Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van iemands premorbide communicatiestijl, is het belangrijk naasten uit verschillende contexten te betrekken. Daarom wordt aanbevolen de CSVA af te nemen bij diverse naasten, zoals familieleden, vrienden en (oud-)collega’s.
Daarnaast vonden de onderzoekers van COPACA het belangrijk om niet alleen de opvattingen van de naasten, maar ook die van de persoon met afasie zelf in kaart te brengen. Daarom is tijdens het bewerkingsproces tevens een afasievriendelijke Nederlandstalige versie van de CSVA ontwikkeld. Dit draagt bij aan het gezamenlijk bepalen van behandeldoelen volgens het principe van Shared Decision Making (SDM; Stiggelbout, Pieterse & De Haes, 2015).
Toepassing CSVA
Logopedisten kunnen de CSVA gebruiken bij het formuleren van behandeldoelen die aansluiten bij de persoonlijke kenmerken en mogelijkheden van personen met afasie. Daarnaast kan de CSVA onderzoekers helpen bij het verkrijgen van inzicht in het premorbide functioneren van mensen met afasie, wat relevant is voor zowel de uitvoering als de interpretatie van onderzoek.
De CSVA bestaat uit drie documenten:
- De handleiding
- CSVA versie PMA
- CSVA versie naasten