Wandelen is hip.
Sinds het coronavirus heerst is driekwart van de bevolking van Nederland aan het wandelen.
Ik ook.
Na drie en half jaar sinds mijn herseninfarct is mijn lopen vooruitgegaan.
Eerst moest ik met een verpleegster leren lopen in het ziekenhuis.
Daarna een week later op Klimmendaal moest ik van de fysiotherapie de trappen nemen. “Nou, je gaat er goed vooruit.”
Ook na de therapieën in Klimmendaal ging naar buiten om te wandelen in de bossen.
En vaak moet ik uitkijken daar ik niet kan struikelen.
Ik had nog niet in de gaten hoe ik mijn rechterbeen optilde als ik een opstapje of afstapje tegenkom.
Het probleem met de rechterbeen (of voet) dat het afwikkeling van de voet niet soepel is:
ik had een klapvoet!
Als ik op de trap naar boven ga dan één keer per twee dagen struikel ik.
Mijn vrouw en mijn kinderen houden mij flink in de gaten wanneer we gaan wandelen.
Zeker als we stoepje of trap opgaan of afgaan.
Na een jaar ga ik naar de fysiotherapeut in zorginstelling Liemerije om de klapvoet af te leren.
De fysiotherapeut vertelt dat ik moet concentreren om je voet af te laten wikkelen.
En een half uur per dag wandelen.
Zo gezegd, zo gedaan.
En na drie en half jaar dan kan ik ongeveer negen kilometer wandelen.
Heerlijk met mijn vrouw wandel ik elke dag drie kilometer.
En in het weekend dan gaan voor het “eggie”: zeven, acht of negen kilometer wandelen.
Verleden week wandelen we in de heerlijke sneeuw.
Zon op ons hoofd een acht kilometer op de dijk bij Westervoort.
En we kijken uit: ganzen, water, vrachtschepen en een enkeling komt ons tegemoet: heerlijk!
In de leeftijd zestig jaar ga ik vooruit met het hippe wandelen! Haha.
Ik wandel ook. Zo hip is het niet, ik wandel al 25 jaar. Maar goed voor leden en de mind.