Waarover gaat het onderzoek?
Geen persoon met afasie is hetzelfde.
Er bestaan grote taalverschillen tussen mensen met afasie.
Ook binnen mensen met afasie zijn er taalverschillen.
Soms gaat het praten makkelijk, soms is het lastig.
We begrijpen niet helemaal waarom die taalverschillen er zijn
en hoe we ze goed kunnen meten.
Deze kennis over taalverschillen is nodig
om de logopedie en hulpmiddelen met taaltechnologie voor mensen met afasie te verbeteren.
Wat onderzoeken we?
In deze studie onderzoeken we hoe de gesproken taal (praten)
verschilt tussen en binnen mensen met afasie.
Wie kan meedoen?
Mensen met afasie kunnen meedoen,
als ze vooral moeite hebben met praten.
Om te bepalen of u kunt meedoen,
overleggen we graag met uw (voormalig) logopedist.
Ook vragen we dan enkele scores van taaltests op.
Wat gaat u doen?
U doet taaltests en – taken.
U praat dan in woorden, zinnen of u vertelt een kort verhaal.
Deze taaltests en – taken worden wel vaker afgenomen door logopedisten.
Hoe lang duurt het onderzoek?
Twee sessies op één dag:
– Sessie 1: ongeveer 1 uur
– Pauze (1 uur)
– Sessie 2: ongeveer 1 uur
Totaal: maximaal 3,5 uur
Meer weten of meedoen?
Wilt u meer informatie?
Of bent u geïnteresseerd?
Neem (vrijblijvend) contact op via marina.ruiter@ru.nl.