Les over afasie
Mijn collega’s en ik geven vaak les over afasie.
Aan collega’s en studenten.
We vragen mensen met afasie voor de les.
Mensen met afasie helpen ons met de les.
Ze vertellen over afasie.
Of demonstreren een oefening.
En laten zien hoe een gesprek goed verloopt.
Studenten
Voor studenten is zo’n les meestal de eerste keer:
de eerste ontmoeting met een persoon met afasie.
Soms schrikken ze ervan:
wat heftig als je niet meer kan praten!
Maar al gauw wordt duidelijk dat een gesprek wél mogelijk is.
Dat vinden de studenten altijd fijn om te zien.
En dan willen de studenten veel vragen stellen.
Jong afasie
Stella was studente.
Maar Stella kreeg een beroerte.
Zij kreeg afasie.
Stella werkte ook mee aan de les.
De studenten waren onder de indruk:
Zó jong! En dan een beroerte!
En niet meer spreken!
… dat kan mij ook overkomen…
Dankbaar
De studenten mochten vragen stellen.
Aan Stella, en aan haar ouders.
De studenten leerden veel over afasie!
Na de les waren de studenten erg dankbaar.
Trots
Maar ook Stella was trots:
trots dat ze voor leeftijdgenoten over afasie had verteld.
En ze was opgelucht.
Dat alles goed was gegaan.
Want de les was óók spannend en indrukwekkend.
Napraten
Daarom vind ik het belangrijk
om ná de les nog even na te praten.
Soms gaan we dan even koffie drinken.
Ik vroeg Stella of ze wilde napraten.
Dat vond ze fijn.
‘Pannenkoeken!’, zei ze.
Napraten met pannenkoeken…
Wat een goed idee!