Het is belangrijk om te weten, dat communicatie meer is dan praten. Je kunt ook contact hebben met je kind zonder taal. Wanneer een kind nog niet toe is aan verbale informatie en praten, is het prima om op een andere manier contact te hebben, denk aan aanraken, kijken, gebaren en mimiek. Zoek samen naar andere, non-verbale manieren van communiceren.
Het is verder belangrijk om onderscheid te maken tussen communiceren en oefenen. Communiceren gebeurt de hele dag door en daarbij gaat het erom dat je elkaar begrijpt ook al zijn de woorden of zinnen niet perfect. Oefenen is een andere activiteit die op bepaalde momenten zal gebeuren.
Vraag de behandelend logopedist om advies. De logopedist kan je begeleiden bij de communicatie in de verschillende fases na het ontstaan van de afasie.
Adviezen voor problemen bij het uiten
- Zorg voor een rustige omgeving, zonder verstoringen.
- Houd rekening met overprikkeling door geluiden, bijv. sluiten van een deur.
- Geef het kind de tijd om zijn gedachten te formuleren en te spreken.
- Maak de zinnen van uw kind niet af.
- Kies voor een benadering die passend is bij de leeftijd van het kind.
- Ga na of het kind behoefte heeft aan jouw hulp bij het vertellen.
- Geef geen onverwachte spreekopdrachten.
- Stimuleer een kind om het op een andere manier duidelijk te maken, wanneer het kind niet op het juiste woord kan komen, bijv. aanwijzen, gebaar, omschrijving.
- De informatie over kunnen brengen heeft prioriteit boven het in volledige zinnen spreken.
- Laat het kind succeservaringen opdoen, dit zal het kind vertrouwen in het spreken geven.
- Geef aan als je het kind niet begrepen hebt en probeer er samen uit te komen.
Specifieke adviezen bij woordvindingsmoeilijkheden staan uitgebreid beschreven in de folder ‘Woordvindingsmoeilijkheden bij kinderen’ van Rijndam Revalidatie.
Deze folder is hieronder te downloaden.
Adviezen voor problemen bij het begrijpen van taal
- Zorg ervoor dat er aandacht en oogcontact is, alvorens je een vraag stelt of informatie geeft.
- Gebruik eenvoudige en korte zinnen in een gesprek.
- Houd ook bij geschreven opdrachten de lengte ven de zinnen kort.
- Wees je bewust van het gebruik van open en gesloten vragen.
- Maak gebruik van meerdere communicatiekanalen zoals mimiek, plaatjes, foto’s, websites.
- Voer belangrijke gesprekken zoveel mogelijk in een 1 op 1 situatie.
- Bied informatie enigszins gedoseerd aan en noteer belangrijke informatie.
- Check of het kind je begrepen heeft.
- Vat kort en bondig samen wat je samen besproken hebt.