We gebruiken cookies om content en advertenties te personaliseren, om functies voor social media te bieden en om ons websiteverkeer te analyseren. Ook delen we informatie over uw gebruik van onze site met onze partners voor social media, adverteren en analyse. Deze partners kunnen deze gegevens combineren met andere informatie die u aan ze heeft verstrekt of die ze hebben verzameld op basis van uw gebruik van hun services. U gaat akkoord met onze cookies als u onze website blijft gebruiken.
Het leven van Jos (60) met afasie
De dag dat ik mijn herseninfarct kreeg
ligt alweer ver achter mij.
Het was op 21 juni 2021.
Ik kan mij die dag nog goed herinneren.
Maar inmiddels is het verleden tijd.
Tijd kost geld
Nu leven wij alweer in september 2024.
InteraktContour heb ik sinds eind februari 2024 verlaten.
Ik heb de deur achter mij dicht gedaan
en ben met mijn rugtas de wijde wereld ingetrokken.
Het ging met ups en downs.
Mijn vrijwilligerswerk in de kerk, als koster, heb ik verder opgepakt.
Mijn werk is gestopt per eind juli 2023,
na een keuring van de arbeidsdeskundige van het UVW.
Het probleem was communiceren en dat kon niet meer.
Tijd kost geld. En met afasie vergt communiceren nu eenmaal tijd, wel drie keer zoveel.
Dagelijkse activiteiten
Ik ga naar de supermarkt op minder drukke tijden,
zodat ik vragen kan stellen waar het product ligt.
Ze hebben de neiging om af en toe producten te verplaatsen.
Ik zoek het zelf eerst uit
en als ik het niet kan vinden vraag ik het aan het personeel.
De markt is zaterdags erg druk.
Dan klap ik dicht als het te druk is.
Door middel van aanwijzen en uitbeelden begrijpt men mij.
Telefoneren is voor mij ook nog steeds een groot probleem,
vooral als ik moet spellen.
De klanken zijn moeilijk.
Zo spreek ik bijvoorbeeld de “0” uit als een Duitse “0”.
Letters spel ik via de nationale telefooncommunicatie.
Blijven oefenen
Soms als ik het woord niet weet dan probeer ik een woord te beschrijven,
maar dat lukt mij niet altijd.
Ik blijf oefenen, door voor de spiegel te gaan staan
en een stukje uit te krant op te lezen.
Een één-op-één-gesprek gaat beter dan een gesprek in een groep,
elkaar aankijken is de beste optie.
Dit ook omdat ik slechthorend ben.
Mijn hersenen werken sneller dan ik kan opzeggen of schrijven
en dat merk ik als anderen mij niet meer kunnen volgen.
Acceptatie
Ik moet accepteren wat ik heb.
Ik word nooit meer de oude, maar ik blijf oefenen.
Rustig praten maak mij kalm.
Door veel te lezen leer ik weer nieuwe woorden bij.
Ik oefen met schrijven door een kort verhaal te schrijven.
Ik schrijf het op en ga daarna oplezen wat er staat.
Dan blijkt dat de zinsconstructie niet altijd klopt.
Weer herschrijven, weer hard oplezen totdat het goed is.